In de grond verankerde lantaarnpalen
Voorbereiding van de installatie
Controleer voorafgaand aan de installatie de items en ga na of er geen ontbrekende of beschadigde onderdelen zijn. De volgende elementen van de uitrusting zijn vereist om de paal te installeren (niet geleverd door Valmont® Structures).
1. Houten steunen en verpakkers
2. Een mobiele kraan om de paal op te richten, normaal gesproken 1,0 ton
3. Hamers etc. voor aanpassingen.
De relevante technische literatuur of paal/uitlegger Appendix 13/2 informatieblad moet worden geraadpleegd voor iedere paal om na te gaan wat de vereiste betonnen diameter is (indien van toepassing). Een typisch voorbeeld van een funderings-spreadsheet voor verankerde palen kunnen kan indien nodig als bijlage tot dit document worden verkregen.
Naar gelang de eigenschappen van de grond kan het verstandig zijn om een betonnen plaat of soortgelijke anti-verzakkingsmaatregel te plaatsen aan de basis van het funderingsgat.
Installatie van de paal
Gebruik een kraan om de paal op te tillen en plaats het wortelgedeelte in het voorbereide funderingsgat. Zorg dat de deuropening in de gewenste richting staat en de beschermhuls van de kabels door de kabelingang loopt, zodat de elektrische bekabeling kan worden geïnstalleerd.
Zet de basis van de paal loodrecht en gebruik hout om de paal in positie te houden. Vul het gat op met beton of het uitgegraven materiaal (of materiaal van betere kwaliteit) tot aan het grondnvieau. Als er uitgegraven materiaal wordt gebruikt, moet dit in lagen van 150mm dik worden gegoten en goed worden aangedrukt.
Als er voor beton wordt gekozen, zorg dan dat de uithardingstijd wordt nageleefd voordat je overgaat tot de volgende fase van de paalinstallatie.
Lantaarnpalen met grondplaten
Installatie van ankerbouten en paalegalisatie
Om te zorgen dat de ankerbouten op de juiste positie worden gegoten, moeten ze op hun plaats worden gehouden met een nauwkeurig vervaardigd funderingssjabloon (tekening/schets op verzoek). Aanbevolen wordt om de volledige draadlengte van de verankeringsbout boven het bovenste oppervlak van de betonnen fundering uit te laten steken. Voorafgaand aan het betongieten moet er een kabelgeleider worden geplaatst zodat de kabel centraal onder de grondplaat onder het betonblok vandaan kunnen lopen. Nadat het beton is uitgehard, kan het funderingssjabloon worden weggehaald of opnieuw gebruikt, afhankelijk van het aantal gebruikte sjablonen. Iedere verankeringsbout is voorzien van drie moeren en 2 sluitringen. Wij raden aan om één moer en sluitring [per bout] aan de onderkant van de flens te monteren en te gebruiken als oriëntatiepunt voor het egaliseren/loodrecht zetten van de lantaarnpaal. Zodra de paal is positie is gebracht en loodrecht staat, kan er een moer met sluitring worden vastgedraaid om de paal stevig op zijn plaats te houden. De overgebleven moer kan dan worden gebruikt als borgmoer.
Aanbevolen wordt om een minimale afstand van 80mm te waarborgen tussen de onderzijde van de paalflens en het betonnen funderingsblok, dat moet worden gevuld met krimpbestendige specie van dezelfde graad als de betonmassa. Er moet een klein gat worden bewaard in de specie zodat vocht en condens kunnen ontsnappen uit de binnenzijde van de kolombasis.
Draaimoment
Voor niet-vooraf geplaatste bouten is vereist om de montage op zijn minst strak vast te draaien. De definitie van strak vast is overgenomen uit EN 1090-2 – Uitvoering van stalen structuren.
Iedere bout moet tenminste strak vast worden gedraaid, waarbij speciaal moet worden opgelet dat de bout niet al te stevig wordt aangedraaid. Dit geldt met name voor korte bouten en M12. Het aandraaiproces moet van bout tot bout per groep worden doorlopen, te beginnen bij het meest stijve deel van de verbinding, eindigend bij het minst stijve gedeelte. Om een egale strakheid te bewerkstelligen over alle bouten, zijn mogelijk meerdere aandraaisessies nodig.
OPMERKING 1 Het meest stijve gedeelte van een dekplaatverbinding van een I-sectie bevindt zich meestal in het midden van de boutgroep. De meest stijve delen van eindplaatverbindingen van I-secties bevinden zich meestal naast de flenzen.
OPMERKING 2 Het begrip strak vast kan in het algemeen worden beschouwd als haalbaar door één persoon met een normale moersleutel zonder verlenging, en kan worden ingesteld als punt waarop een sleutel begint te trillen.